Japanse begrippen
Karate is een japanse vechtsport, in de les worden dus ook geregeld japanse termen gebruikt. Wil je graag weten wat de leraren steeds zeggen? hier kan je je japans een beetje bijschafen.
leren tellen:
1 ichi (ietsj)
2 ni (nie)
3 san (san)
4 shi (sjie)
5 go (Eng. go)
6 roku (rok)
7 shichi (sjietsj)
8 hachi (hatsj)
9 ku (koe)
10 ju (djzoe)
begin en eind van de les:
Osu (oss)= groet, bij het betreden en verlaten van de dojo
Seiza (seeza)= verzoek tot aannemen van zithouding
Mokuso (mokso)= begin van meditatie, ogen sluiten
Sensei ni rei =(sensee nie ree) groet aan de leraar
Sempai ni rei = groet aan de assistent
Otagai ni rei = groet aan de medeleerlingen
Kiritsu (kieriets) = verzoek tot opstaan
Osu = groet
hoogtes
jodan: hoog, naar het hoofd
chudan: midden, romp, ter hoogte van de plexus
gedan: laag, naar het kruis